De kennis die we hebben over de oudste geschiedenis van Wijnegem, van de prehistorie tot de Middeleeuwen, danken we aan het werk van twee instanties:

  • enerzijds de Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie (AVRA), met opgravingen op de Steenakker en in de wijk Ruggeveldstraat-Vuurkruisenlaan-Ganzenweg. AVRA werkte samen met het toenmalig Instituut voor het Archeologisch Patrimonium (IAP).
  • anderzijds de provincie Antwerpen, met opgravingen aan de Blikstraat (www.provincieantwerpen.be/beleid/leefomgeving/erfgoed.html)

Het oudste bewijs van menselijke aanwezigheid is gevonden op de Steenakker, ten noorden van de dorpskom, ter hoogte van het kruispunt van de Houtlaan en de Reigerstraat. Het is een kleine schrabber (soort mesje) in kwartsiet uit Wommersom bij Tienen, daterend uit het mesolithicum, ca. 6000 v. Chr.

Het meest indrukwekkende prehistorische voorwerp uit Wijnegem is een mooi gepolijste bijl in silex gevonden aan de Koolsveldlaan. Ze dateert uit het neolithicum, ca. 3200 v. Chr. Echte sporen van bewoning zijn er uit deze periode niet gevonden (17).

Neolithische Bijl

Ook uit de bronstijd zijn er (nog) geen resten van woningen bekend.

De enige sporen uit deze periode zijn enkele brandrestengraven uit de midden- en late bronstijd, van ca. 1800 tot 800 v. Chr., gevonden aan de Blikstraat (18).

De archeologen hebben de ijzertijd ingedeeld in drie perioden:

  • vroege ijzertijd: van ca. 800 tot ca. 500 v. Chr.
  • midden-ijzertijd: van ca. 500 tot ca. 250 v. Chr.
  • late ijzertijd: van ca. 250 tot het begin van de tijdrekening.

De vroege ijzertijd is in Wijnegem vertegenwoordigd door een kuil met aardewerkscherven bij de Steenakker, en door een urnenveld aan de Blikstraat (19).

Uit de midden-ijzertijd stammen kuilen met aardewerk, gevonden op de Steenakker, en sporen van gebouwen op de site Ruggeveldstraat-Vuurkruisenlaan en aan de Ganzenweg (20). Alle gebouwen waren in hout. Ze bestonden uit een geraamte van houten palen met vlechtwerk ertussen, bestreken met leem. De daken waren van stro.

In de late ijzertijd zijn er rond het begin van de jaartelling in Wijnegem zeker twee woonkernen geweest. Op de Steenakker bestond de nederzetting uit enkele huizen met kleine bijgebouwtjes en een waterput (21). De opgravingen aan de Blikstraat brachten vier langwerpige huisplattegronden aan het licht, met bijgebouwen en drie waterputten (22).

Het valt op dat de mens in de ijzertijd en Romeinse tijd telkens de hoogten opzoekt tussen Kleine en Grote Schijn om er zich te vestigen.

Ook uit de Romeinse tijd kennen we in Wijnegem twee bewoningskernen.
Voorlopig situeert de belangrijkste zich op de Steenakker. Over de juiste betekenis ervan hebben we nog geen zekerheid. Het grote Romeinse vierkant van 30 m zijde met zijn bijgebouwen is een uniek complex dat nog niet al zijn geheimen heeft prijsgegeven. De vondsten doen vermoeden dat het een landelijk openluchtheiligdom was. Een 50-tal munten (waarvan 20 in een soort offerkuil), bronzen armbanden en mantelspelden tonen dit aan (23).

De andere Romeinse nederzetting bevindt zich bij het kruispunt Ruggeveldstraat-Vuurkruisenlaan. Van die nederzetting kennen we enkele waterputten, enkele kleine houten gebouwtjes (schuurtjes?) en vooral een grote woonstalhoeve met een uitdieping voor een potstal. Met de stalmest die hier werd vergaard, vermengd met graszoden werden de gronden bemest (24).

Wijnegem Vuurkruisenlaan, Romeinse woonstalhoeve

De “Romeinen” die in deze streken woonden, waren geen Romeinen uit Rome of Italië, maar mensen van bij ons die de Romeinse levensgewoonten hadden aangenomen. Ze waren dus geromaniseerd.
Militaire aanwezigheid van Romeinse soldaten werd voorlopig nergens vastgesteld. Voor zover we er zicht op hebben, leefden de bewoners hoofdzakelijk van de landbouw. Toch was er een zekere luxe: munten, armbanden, glas en scherven van terra sigillata, het rood glanzend “chique” aardewerk.

Op de Steenakker en omgeving vinden we sporen van de 7de tot de 12de eeuw. Relevant voor de woonkern uit de 10de-12de eeuw zijn de huizen met hun gebogen lange zijde, waardoor een bootvorm ontstaat. Het bootvormig huistype was vooral verspreid in Noordwest-Europa van de 9de tot de 12de eeuw. Een van de waterputten die bij deze nederzetting hoort, is tentoongesteld in de hal van het gemeentehuis van Wijnegem.

Wijnegem Steenakker, middeleeuws bootvormig huis

Het ontstaan van deze woonkern heeft te maken met een algemene economische en demografische expansie in Vlaanderen vanaf de 11de eeuw. Het is ook de periode van de eerste vermelding van de parochie van Wijnegem in 1161. De huidige dorpskern was zich dus al beginnen ontwikkelen, en wel in de buurt van de Beukenlaan.

Archeologische collectie Wijnegem
In Wijnegem is een permanente museale ruimte in het gemeentehuis. Deze ruimte bestaat uit drietoonkasten, de gereconstrueerde middeleeuwse waterput en een fototentoonstelling over de opgravingen van AVRA in Wijnegem. Bij het “museum” hoort een brochure met achtergrondinformatie (te bekomen aan de balie).

Voor scholen is een ‘Kinderzoektocht’ opgesteld, bestaande uit een in te vullen tekst van 3 à 4 bladzijden (derde graad basisschool, eerste graad middelbaar). De antwoorden zijn te vinden in de informatie die de toonkasten zelf bieden én in de brochure.

Adres Gemeentehuis: Turnhoutsebaan 422, 2110 Wijnegem. Openingsuren: elke werkdag van 9 tot 12 u, op donderdag ook van 18 tot 21 u.

(17) CUYT G., Schaven aan het Verleden, Op verkenning in onze archeologie, Antwerpen/Rotterdam, 2007, p. 184-186.

(18) PEDE R., JACOBS B. & DE MULDER G., Preventief archeologisch onderzoek langs de Blikstraat te Wijnegem tijdens 2007-2009: overzicht van de resultaten uit de ijzertijd, AVRA Bulletin 11, 2011,
p. 21-28.

(19) CUYT G. & DE BEENHOUWER J., Eine Abfallgrube aus der Frühen Eisenzeit zu Wijnegem (Prov. Antw.). In: LODEWIJCKX M. (ed.): Archaeological and historical aspects of West-European societies, Album Amicorum André Van Doorselaer, Acta Archaeologica Lovaniensia Monographiae 8, Leuven, 1996, pp. 47-57; PEDE R., JACOBS B. & DE MULDER G., Preventief archeologisch onderzoek langs de Blikstraat te Wijnegem tijdens 2007-2009: overzicht van de resultaten uit de ijzertijd, AVRA Bulletin 11, 2011, p. 21-28.

(20) CUYT G., Fosses de l’ Age du fer moyen et récent à Wijnegem-Steenakker (B, Prov. d’ Anvers). In: M. LODEWIJCKX (Ed.), Belgian Archaeology in a European Setting, II, Acta Archaeologica Lovaniensia Monographiae 13, Leuven, 2001, 25-40; WILLEMS J., Opgraving Wijnegem Vuurkruisenlaan, A.V.R.A., Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie, Jaarboek 1996, pp. 84-87; CUYT G., Sporen uit de midden-IJzertijd aan de Ganzenweg te Wijnegem (Interimverslag), AVRA Bulletin 5-2004, 83-92.

(21) CUYT G., Een inheemse nederzetting uit de vroeg-Romeinse tijd te Wijnegem, Archeologie in Vlaanderen I, 1991, p. 85-106.

(22) PEDE R., JACOBS B. & DE MULDER G., Preventief archeologisch onderzoek langs de Blikstraat te Wijnegem tijdens 2007-2009: overzicht van de resultaten uit de ijzertijd, AVRA Bulletin 11, 2011, p. 21-28.

(23) SAS K. & CUYT G., Vroeg-Romeinse “cultus”-armbanden in een “vierkant”. In: G. CUYT & K. SAS (Red.), Vlekken in het Zand, Archeologie in en rond Antwerpen, Antwerpen, 2003, 9-24.

(24) ANNAERT R. & WILLEMS J. 2006: Nederzettingssporen uit de ijzertijd en de Romeinse periode in de verkaveling Krabbershoek te Wijnegem (Antwerpen), AVRA-Bulletin 6-2005, 83-87.