Voor de kennis over de geschiedenis van Kontich, van de prehistorie tot het einde van de 20ste eeuw, beschikken wij over twee belangrijke bronnen:

  • enerzijds het archiefonderzoek zoals samengebracht door Prof. Dr. R. Van Passen in zijn werk: Geschiedenis van Kontich – uitgave 1988 (1).
  • anderzijds het archeologisch onderzoek, van 1964 tot 2006 uitgevoerd door de Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie (AVRA) in samenwerking met de Kring voor Heemkunde (De Kring), het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE)(2) en met de logistieke steun van de gemeente.

Sinds wanneer leefden er mensen op de plaats van het huidige Kontich?

De oudste vondst op het grondgebied van Kontich is een tjongerspits in silex die op de Alfsberg werd gevonden en dateert uit het laat-paleolithicum, ongeveer 10.000 jaar voor onze tijdsrekening (3).
Samen met de andere vondsten van silexbijlen, pijlpunten en lemmers, die zich nu in het Museum voor Heem- en Oudheidkunde te Kontich bevinden, vormen deze objecten het bewijs voor de eerste aanwezigheid van de prehistorische mens in Kontich.

Tjongerspits

De oudste bewoningssporen werden gevonden tijdens de opgravingen van het VIOE in 1993 op de site Kontich-Kazerne in de vorm van 2 waterputten uit de bronstijd (4). Het C14-onderzoek, uitgevoerd op een houtmonster van de bekisting, leverde een datering in de vroege tot midden-bronstijd op. Dit betekent meteen dat deze waterput als de oudste tot hier toe gekende put van Vlaanderen mag beschouwd worden (5).

De ijzertijd wordt door de archeologen in drie perioden ingedeeld:

  • vroege ijzertijd: van ca. 800 tot 450 C. Chr.
  • midden-ijzertijd: van ca. 450 tot 250 v. Chr.
  • late ijzertijd: van ca. 250 tot 50 v. Chr., maar duurt in onze contreien voort tot in de vroeg-Romeinse periode, ca. 70 n. Chr.

Uit de vroege ijzertijd werden op de site Nachtegaalhoeve/Duffelsesteenweg bewoningssporen (6) en een grafveld (7) opgegraven.

Nederzettingssporen uit de midden-ijzertijd werden gevonden in de vorm van een boerenerf aan de Duffelsesteenweg (8), een 8-tal bijgebouwen op de Alfsberg (9), en een gebouw van 7,80 bij 3,20 m (H11) op de site Kontich-Kazerne (10).

Uit de late ijzertijd/vroeg-Romeinse periode werden op verschillende plaatsen binnen de gemeente bewoningssporen aangetroffen. Twee belangrijke sites springen hierbij in het oog:

  • De site Alfsberg, waar bij de aanvang van deze periode een openluchtheiligdom, omsloten met een palissade, werd opgetrokken. Daarna werd dit heiligdom omgebouwd tot een Viereckschanze of vluchtburcht, bestaande uit een walstructuur en diepe gracht. Tegen het begin van onze jaartelling werd alles genivelleerd om daarna plaats te maken voor Romeinse bewoning.
  • Op de site Kontich-Kazerne ontstond een belangrijke nederzetting met een vierkant fanum of Keltisch heiligdom (ca. 8 m zijde), greppels, afvalkuilen en meerdere woonstalhoeves. Deze nederzetting wordt daarna uitgebouwd tot een Romeinse vicus.

Vanaf ca. 70 n. Chr. gaan de inheemse bewoners meer en meer de Romeinse levensgewoonten overnemen en ontstaat en belangrijke vorm van romanisatie. Ook uit deze periode werden op verschillende plaatsen binnen de gemeente bewoningssporen aangetroffen. De belangrijkste bewoning doet zich voor op de site Kontich-Kazerne, gelegen tussen de Kauwlei en de Ooststatiestraat en door de Gallo-Romeinenlaan doorsneden. Tijdens het laatste kwart van de 1ste eeuw n. Chr. ontstaat hier een Romeins baandorp met een grote Gallo-Romeinse tempel, twee straten geflankeerd door woningen met de korte zijde naar de straat gekeerd en daarachter boerenerven omsloten met een greppelsysteem, bestaande uit een grote woonstalhoeve, bijgebouwen en waterputten (11). Ook een pottenbakkersoven werd opgegraven. Kontich had in deze periode blijkbaar een administratieve functie met een regionaal belang. Daardoor kenden de bewoners ook een zekere luxe, zoals de juwelen, de bronzen en glazen gebruiksvoorwerpen en het kwaliteitsaardewerk in terra sigillata en terra nigra aangeven. Al deze vondsten bevinden zich in het museum voor Heem- en Oudheidkunde te Kontich (12).

Gallo-Romeinse Tempel

Op de reeds vernoemde sites werden geen bewoningssporen uit de middeleeuwen aangetroffen. Blijkbaar had de middeleeuwse bewoning zich naar de huidige dorpskern verplaatst. De noodopgraving binnenin de St. Martinuskerk in 1998 bevestigde de aanwezigheid van een romaanse kerk rond ca. 1150 (13). Daarnaast werden er nog twee graven met een afwijkende WZW-ONO oriëntering opgegraven. Dezelfde oriëntering was reeds in 1988 vastgesteld bij twee pre-romaanse graven aan de buitenkant van de kerktoren (14). Tijdens het onderzoek op de site Nachtegaalhoeve werd een middeleeuwse put uit de late 11de – 1ste helft 12de eeuw opgegraven (15). Maar de vroege middeleeuwen bleven een duistere periode in de geschiedenis van Kontich. In het voorjaar van 2014 werd een C14-onderzoek uitgevoerd op de tanden van het kinderskelet, dat in de NW-hoek van de cella van de Gallo-Romeinse tempel was begraven. Dit onderzoek situeerde deze begraving in de Merovingische periode (16).

Redenen genoeg dus om het archeologisch onderzoek in Kontich verder te zetten !

Het Museum voor Heem- en Oudheidkunde in Kontich toont een selectie van de archeologische collectie van AVRA.
Adres Bibliotheek- en cultuurcomplex: Sint-Jansplein 8, 2550 Kontich.
Openingsuren: zondag 14-17 u.

(1) VAN PASSEN R., Geschiedenis van Kontich, Kontich 1988.

(2) Tussentijdse verslagen in: Werking AVRA, Archeologie, Archaeologia Belgica – nieuwe reeks en Archeologie in Vlaanderen.

(3) ANNAERT R., Een Viereckschanze op de Alfsberg te Kontich: meer dan een cultusplaats, Archeologie in Vlaanderen III, 1993, 57-58.

(4) ANNAERT R., Aanvullend onderzoek van de Gallo-Romeinse nederzetting Kontich-Kapelleveld. Interimverslag 1993, Archeologie in Vlaanderen, IV – 1994, 85-93.

(5) ANNAERT R. E.A., Een midden-Bronstijdwaterput en kuil uit de vroege IJzertijd op de site Kapelleveld in Kontich, Archeologie in Vlaanderen, VIII, 2001/2002, 79-103.

(6) VERBEECK H., Nederzettingssporen uit de vroege ijzertijd en een middeleeuwse put te Kontich, site Nachtegaalhoeve, AVRA Bulletin 6, 2005, 73-81.

(7) VERBEECK H., Grafveld uit de vroege IJzertijd te Kontich, Duffelsesteenweg, proefsleuven-onderzoek, AVRA Bulletin 7, 2006, 99-101.

(8) VERBEECK H., Een nederzetting uit de midden-IJzertijd te Kontich, Blauwesteen, Archeologie in Vlaanderen VIII, 2001/2002, 105-122.

(9) ANNAERT R., De Alfsberg te Kontich, eindrapport, Archeologie in Vlaanderen V, 1995/1996,
41-68.

(10) VERBEECK H. & LAUWERS F., De Gallo-Romeinse nederzetting te Kontich, Archaeologia Belgica, III, 1987, 139-144.

(11) REYNS N., VERBEECK H. & BRUGGEMAN J., Archeologisch onderzoek op de Steenakker en het Kapelleveld te Kontich – Synthese van de Opgravingscampagnes op de site Kontich Kazerne tussen 1964 en1993, AVRA Monografie 3, 2017, 307.

(12) Sint Jansplein te Kontich. Open elke zondag van 10.00 tot 17.00 uur. Gratis inkom.

(13) VERBEECK H., Noodonderzoek in de Sint-Martinuskerk te Kontich, AVRA jaarboek 1998,
76-83.

(14) VERBEECK H., Onderzoek van de Romaanse toren van de Sint-Martinuskerk, AVRA Werking 1988, 24-25.

(15) REYNS N., VERBEECK H. & BRUGGEMAN J., Archeologisch Onderzoek op de Steenakker en het Kapelleveld te KONTICH – Synthese van de opgravingscampagnes op de site Kontich-Kazerne tussen 1964 en 1993, AVRA Monografie 3, 2017, 307.

(16) Publicatie in voorbereiding.